John Bressers (20/20) Een man genaamd Bressers

Bijna een week later had hij ’s avonds laat ondanks de kilte buiten zijn dakterras opgezocht. Na alle ophef van de afgelopen periode was het rustig geworden.

De nieuwe supervisor Giselle had een volledige update gestuurd van de omstandigheden rond de dood van Grijs. Op aandringen van de firma zou de zaak inderdaad worden afgehandeld als een zelfmoord, ook al trok het ontbrekende wapen redelijk veel aandacht in de media. Het liefst liet Bressers al het gedoe van zich afglijden. Hij bevond zich in de gelukkige omstandigheid financieel onafhankelijk te zijn, dus voor het eerst sinds zijn pensioen overwoog hij een reis, of vakantie, zoals andere mensen het doorgaans zouden noemen. Het was de hoogste  tijd om gedurende een langere periode onvindbaar te zijn voor mensen die zeurden over werk. Klusjes doen.

Anders dan Foley scheen Brahms hem onveranderlijk te willen blijven betrekken in de nasleep van de kwestie Grijs, zoals het alsnog was gaan heten. Fred Nieuwenhuizen verdween zoals Bressers min of meer had verwacht naar het buitenland, de Caraïben, misschien Frans-Guyana, omdat de oude Jongejans had gewaarschuwd voorlopig nog even niet terug te keren naar zijn huis op palen. Vanzelfsprekend had Jongejans niet persoonlijk met Nieuwenhuizen gesproken, maar het bericht door laten geven. Met een afnemende interesse las Bressers alle teksten die binnenstroomden, alleen de vraag of hij in het huis van Grijs een laatste deskundige blik wilde werpen op het archief, dat er inderdaad was aangetroffen, trok zijn belangstelling. Ze had een ervaren incident manager nodig om in te schatten of alle stukken, zoals ze zei, aanwezig waren. Anders volgde er alsnog een groot alarm. Om die reden parkeerde hij twee dagen geleden, dus eergisteren, zijn auto voor het huis dat hij bij de eerste keer van de achterzijde had gezien.

Op zich snapte hij het verzoek van Brahms wel, al bleef het ontzettend moeilijk om in te schatten of alles er zou moeten liggen. Terwijl de weduwe van Michel Grijs op de achtergrond toekeek, alsof de investigators van de firma een verboden gruwelkamer hadden blootgelegd, probeerde Bressers te bepalen of het qua volume enigszins overeenstemde met wat hij eerder voorbij had zien komen. Het was geen eerste keer voor hem dat hij het archief van een oud-collega beoordeelde, in het verleden had hij vaker ontruimingen meegemaakt, omdat oudere mannen dan hijzelf waren overleden, meestal in het ziekenhuis. De meeste incident managers stierven door een slopende ziekte, zelden een pistoolschot.

“Ik kan werkelijk niet verklaren waarom Michel het heeft gedaan,” zei de weduwe, “om zomaar ineens zelfmoord te plegen. Nu is hij nooit zo openhartig over zijn werk geweest en waar dit allemaal vandaan is gekomen… het is echt heel bizar.” Terwijl de vrouw haar woorden uitsprak, keek hij over zijn schouder en bedacht hij dat het onmogelijk moest zijn dat er niemand had gezien hoe de sanctie werd uitgevoerd. Of zelfs de mannen had zien vertrekken, nadat ze klaar waren met hun werk. In een rapport over het dagelijks leven van Grijs stond een paragraaf over de hobby die hij afgelopen jaren had ontwikkeld.

Met zijn echtgenote woonde hij in een regio waar veel tuinders actief waren en Grijs toonde zich een enthousiaste hobbybezwaarmaker wanneer een ondernemer zijn bedrijf wilde uitbreiden. Ook de politie dacht in het begin aan een soort afrekening, een man uit de buurt die het beu was dat zijn plannen steeds op bezwaren stuitte, omdat Grijs er aardigheid in scheen te hebben om dat steevast te blijven doen. Een vergezocht idee en het sneuvelde ook erg snel.

“Er zijn mannen die niet in staat zijn om over hun gevoelens of problemen te praten,” zei Bressers.

“Heeft u mijn man gekend?’, vroeg mevrouw Grijs.

“We zijn elkaar wel eens tegengekomen, hij heeft langdurig in Azië gewerkt en gewoond,” zei Bressers.

“Ik heb het altijd iets van jammer gevonden dat we weer terug moesten keren naar Holland,” zei ze.

“Als je zolang weg bent geweest, is het moeilijk.”

Eén van de investigators stond op en keek afwachtend naar Bressers, alsof hij nieuwe orders verwachtte.

“Jullie zijn alles aan het inventariseren?”

“Ja, mijnheer Bressers.”

“Maar dit is alleen van Gregory Teunissen?”

“Jazeker.”

“Terwijl Grijs ook een eigen archief heeft gehad.”

“Dat is al opgehaald, gisteren, door een ander team.”

De weduwe van Michel Grijs liep hoofdschuddend de trap af, omdat ze niet begreep waarom haar man zichzelf zomaar ineens van het leven had beroofd.

Terwijl de investigator zijn werkzaamheden hervatte, stond Bressers in de deuropening en keek haar na.

Hoeveel zou ze nu eigenlijk hebben begrepen van het werk dat haar man Michel in al die jaren had gedaan?  

In de werkkamer van Grijs stond alles bij elkaar zo’n zeventig dozen met dossiers, niet echt veel als je bedacht dat het om dertig jaar werk ging. Anders dan bij strafaanklachten hoefde de incident manager geen bewijsmateriaal aan te leveren bij een rechtbank. Het was de bedoeling dat een man als Bressers twintig jaar later kon reconstrueren hoe een zaak was verlopen, het liefst met wat persoonlijke notities erbij.

Ook moest hij een twijfelende politieman op het spoor van een mogelijke dader kunnen zetten, als de verkeerde personen in problemen dreigden te komen.

“Heb je de mobiele telefoon van Michel gevonden?”

“Ja, mevrouw Brahms heeft hem al meegenomen.”

Het was steeds dezelfde man die antwoord gaf en  waarschijnlijk de volledige verantwoordelijkheid droeg voor de operatie. Straks gingen de dozen naar beneden – één voor één – boven en beneden geteld. Alle dozen waren inmiddels gemerkt en verzegeld, tot en met de letter Q, Bressers trok een doos open die dossiers zou moeten bevatten over mannen of kwesties beginnende met een W, zoals Weimans, Jo.

Twee dagen later zat Bressers op zijn dakterras, naast hem een flesje bier en mobiele telefoon, al zou hij zich niet meer kunnen voorstellen dat iemand hem nu nog wilde bellen of een berichtje sturen. Tosh Blakely was aan zijn nieuwe leven begonnen en hoopte een incident manager te worden, want hij hield ervan controle uit te oefenen op politici zoals zijn vader. In de tussentijd had Nieuwenhuizen zijn eigen huis op palen betrokken, omdat de politie niet werkelijk geïnteresseerd scheen te zijn in de moordenaar. Een man als Nieuwenhuizen zou beslist vierkant schijt kunnen hebben aan goedbedoelde adviezen van een Jongejans. Misschien zou het spannend worden als Bressers contact opnam met de rechercheur die hem eerder al had geholpen, twintig jaar geleden, vandaag gepensioneerd en nog altijd zeer veel contacten bij de politie. Maar Bressers was een man van zijn woord.

Het pesterijtje van Nieuwenhuizen zou achterwege blijven, het leven was zo al ingewikkeld genoeg.

Eergisteren trok hij het dossier Weimans uit een doos, de investigator zag het gebeuren, maar had de moed niet om te zeggen dat het verboden kon zijn en Bressers had tevens de bevoegdheid om erin te kijken.

Het bevatte een handgeschreven notitie van – heel zeker – Teunissen – Bressers had zelf de twee schoten gelost op Weimans die daardoor stierf. Ook zou Teunissen het stoffelijk overschot van Weimans hebben gezien dat op een Indonesisch eiland was aangespoeld, de autoriteiten zagen geen aanleiding voor een onderzoek. Het kostte meer geld dan de firma wilde besteden aan de hobby van Gregory Teunissen die een privéactie was begonnen en de moordenaar van Weimans probeerde te vinden. De schutter moest Bressers zijn, aldus Teunissen. “Dit neem ik mee,” zei Bressers die de doos dichtvouwde.

Er werd niets vermeld over Michel Grijs die ergens op de achtergrond als een souffleur had opgetreden.

Het betekende dat Teunissen, lid van het fameuze Supertrio, ooit onderzoek had gedaan naar de dood van zijn oude maatje Jo Weimans en dat was in het archief blijven liggen. Zelfs na meer dan twintig jaar.

Voor een particuliere onderneming, zoals het bewuste onderzoek van Teunissen, was dat ongebruikelijk.  

Door het dossier dat Bressers heel toevallig in handen had gekregen twee dagen geleden werd hij gedwongen om zijn oude vriendschap met Gregory  anders te bekijken, want die had hem verdacht van moord. Nu lag het dossier Weimans in zijn archief en daar zou het blijven tot Bressers zou zijn overleden.

Hoe zou Gregory Teunissen de dood van zijn oude makker Weimans hebben gecombineerd met de vriendschap die er in de loop der jaren was gegroeid tussen hemzelf en Bressers? In feite had hij hen ooit allebei sociopaten genoemd, ze zouden hun nuttige werk in het andere geval nooit kunnen uitvoeren.

Gregory Teunissen, een man die een warme belangstelling koesterde voor complottheorieën en er op zeker moment zelf in eentje terechtkwam, dankzij een onderzoek naar de dood van zijn vriend Weimans.

Een man als Bressers had geen vrienden, er waren mannen met wie hij beter kon opschieten. Toch bestond er een goede mogelijkheid dat het knagende stemmetje van Greg Teunissen tot rust was gekomen, omdat een andere collega had opgemerkt dat er tijdens de zeiltocht geen sancties openstonden.

Er zou zonder enige twijfel een vraag komen van Brahms die wilde weten waarom Bressers het dossier Weimans zelf had meegenomen en mogelijk was het als gevolg van zijn besluit niet eens op de lijst gezet.

Allemaal vragen en mogelijkheden die vermoedelijk nooit meer beantwoord zouden worden. Vanwege de moord op Reijnders zou hij toch al niet zo snel meer op bezoek gaan bij de familie Teunissen. Foley en Grijs hadden het nodig gevonden om Gregory aan het werk te zetten, nadat Fred had geweigerd – niet zo vreemd, want die werkte immers ook al voor Joan.

Hij nam een slokje bier, zette het flesje weer terug op tafel en controleerde zijn telefoon die stil bleef liggen, afgezien van wat berichtjes over bedevaart in Mekka.

Amerikaanse kranten berichtten vooral over Trump en Bressers hoopte dat de president zijn ambtstermijn uit zou mogen zitten, in elk geval was moord een slecht idee. Het zou van Trump een martelaar maken.

Liever niet. Beter een slechte president die zijn tijd uit had gezeten. Langzaam maar zeker raakte de kwestie Weimans op de achtergrond, Grijs, Teunissen en Reijnders, allemaal dode mannen die een rol hadden gespeeld en aan het eind als verliezers bleven liggen.

Nieuwenhuizen leefde nog wel, maar hij hield zich verborgen in een strandhuis op palen. Natuurlijk was hij daarheen gegaan. Waar anders? Er verscheen een grijns op het gezicht van Bressers, terwijl ver weg sporadisch sterren zichtbaar begonnen te worden. Om hem heen waren er helder verlichte kamers die qua aantal langzaam minder werden, omdat het laat was.

Opnieuw nam hij een slok bier en Bressers overwoog om morgen een mailtje te sturen dat hij bij nader inzien toch echt met pensioen wilde gaan en niet langer beschikbaar was. Ook niet voor klusjes. Er volgde een wild idee dat onbespreekbaar was geweest zolang Foley als zijn enige aanspreekpunt fungeerde.

Hopelijk werd het komende winter erg koud en kon hij zijn archief nu eens definitief verbranden, precies zoals hij eerder al eens had gezegd tegen Claudia.

In elk geval zou haar vader het beslist op prijs stellen.

Weg met die troep, er kwam alleen ellende van.  

Augustus 2018


Plaats een reactie