Faking it (3/5)

          ‘I believe the only way to reform people is to kill them’

Marvin stapte uit de bus, terwijl de herinnering aan Brad, voorzitter van een club voor eenzame harten, maar niet wilde verdwijnen. Zijn vrouw zou zich mogelijk verbazen wegens het vroege tijdstip, omdat hij had aangekondigd rond middernacht thuis te zijn. Zodra hij het halletje betrad, riep hij: “Ik ben er weer!” De stem van Joanne klonk in de huiskamer. Hij hing zijn jas aan de kapstok, trok zijn schoenen uit en ging verder, maar pakte geen biertje. Nog niet.

“Je bent vroeg,” zei Joanne. “Wat is er gebeurd?”

Zoon Richard zat te studeren, dochter Mandy bracht haar avond door bij een vriendin, een straat verderop.

Marvin liet zich neerploffen op de bank, net iets te hard, Joanne fronste haar wenkbrauwen, wilde er wat van zeggen, maar wachtte af. “Hij – eh – Brad is gearresteerd – eerder vanavond – als je meer wilt weten, dan moet je op internet kijken. Ik heb een berichtje gelezen over een vrouw die beweerde tegen haar wil te worden vastgehouden in zijn huis. Ze heeft een telefoon te pakken kunnen krijgen en gebeld.”

“Lieve hemel.” Joanne pakte haar iPad van tafel en begon direct te zoeken naar berichten die er inmiddels in overvloed moesten zijn. “Jee,” mompelde ze. “Hier staat dat hij mogelijk de Metal Machine Killer zelf is geworden of al die tijd geweest. Politie schijnt er stoffelijk overschotten – meervoud – te hebben aangetroffen, er is as we speak een onderzoek bezig.”

“Onbevestigde berichten,” zei Marvin.

“Politiekringen.”

“Ik ben in elk geval niet van plan om carrière te gaan maken als ‘vriend van Bradley Molensteen’,” zei hij.

“We mogen bezoek verwachten van de recherche,” zei Joanne, terwijl ze haar iPad opzij legde.

“Zeker – het lijkt me heel redelijk om te veronderstellen dat de recherche tracht te begrijpen wat  voor persoonlijkheid hij in werkelijkheid is – ik ken hem erg lang – ruim veertig jaar. Een verdomde lange tijd. En dan blijk je hem nog niet te kennen.”

De deur zwaaide open en Richard kwam binnen.

“Hé, pap, ik hoor net dat Brad is gearresteerd,” zei hij en de verwondering glom op zijn jonge gezicht.

“Daar hadden we het juist over,” zei Joanne.

“Hij is dus echt de Metal Machine Killer.”

“Geen idee,” zei Marvin, “dat soort dingen laat ik graag aan de politie en het openbaar ministerie over.”

“Je kent hem toch al heel lang, pap?”, vroeg Richard.

“Sinds de basisschool, dat toen nog lagere school heette,” zei Marvin, “stil, terug getrokken ventje, geen schim van de persoonlijkheid die hij later zou worden. Je zou hem vermoedelijk niet herkennen, ik heb nog ergens een jeugdfoto liggen van Brad en mij samen.”

“En nooit iets gemerkt?”, vroeg Joanne. “Ik niet overigens, maar zo vaak heb ik hem nooit gezien.”

“Nee,” zei Marvin. “Hoewel.” Hij zuchtte diep. “Brad had een versiertrucje die hij gebruikte bij vrouwen, bijvoorbeeld als ze alleen in een café waren – ik ben er twee, misschien drie keer bij geweest – in de loop der jaren.” Marvin legde een hand op zijn buik. “Eerst verontschuldigde hij zich voor zijn brutaliteit, zo begon hij, daarna vertelde hij over zijn club voor eenzame harten – hij was voorzitter en enig lid. Hij had zich ten doel gesteld eenzaamheid te bestrijden.”

“Het zegt niets over de schuldvraag,” zei Joanne.

“Zodra je de Metal Machine Killer erbij gaat betrekken, wordt het plotseling doodeng – horror.”

“Denk je dat schuldig is – zoals er nu wordt gezegd?”, vroeg Richard die zich ineens een diplomaat toonde.

“Eén ding heeft me altijd geërgerd,” zei Marvin, “overigens – je mag dit hoogstens met je zus bespreken. Duidelijk?” Richard knikte met zijn hoofd. “Zijn moeder – die vast heeft gezeten wegens moord – is op een bedevaart gegaan, aldus Brad – het is duidelijk dat ze haar voornemen destijds heeft rondgebazuind, er waren veel mensen op de hoogte die haar zelf hebben horen vertellen dat ze weg zou gaan. Vervolgens is ze ergens in Frankrijk verdwenen. Ik heb Brad in de loop der jaren verschillende verhalen horen vertellen over zijn moeder en wat er van haar terecht is gekomen, allemaal anders en dus mag je concluderen dat ze vrijwel allemaal door hem zijn verzonnen – leugens.”

“Wat denk je dan dat er is gebeurd, pap?”

“Ik durf daar niet over te speculeren.”

“Oudere mensen die Brad van vroeger kennen, school en zo, vragen wel eens naar zijn moeder,” zei Joanne, “omdat ze op bedevaart is gegaan. Soms hoor je dat ze waarschijnlijk al jaren in een klooster moet zitten.”

“Serveerster, prostituee, non, ik heb alles gehoord in de loop der jaren, dus allemaal gelogen,” zei Marvin.

“Laten we maar gewoon afwachten,” zei Joanne.

“Precies,” zei Marvin.

“Mm, ik ga weer naar boven – studeren,” zei Richard.

“En hou je een beetje op de vlakte,” zei Joanne.

“Het kan sowieso wel eens vervelend worden,” zei Marvin.

Richard trok de deur achter zich dicht en ging naar boven – zijn voetstappen werden al snel onhoorbaar.

“Een club voor eenzame harten,” zei Joanne.

“Alsof hij het – de eerste keer – ter plekke had verzonnen,” zei Marvin, “misschien ook niet en zocht hij gewoon naar een kans. Hij liet me domweg zitten.”

’s Avonds om half twaalf lag hij op bed, maar slaagde er niet in om de slaap te vatten – Joanne las een boek. Diverse nieuwszenders, maar ook kranten, spraken al over een ‘horrorhuis’ – Bradley M. leek een veroordeling niet eens meer te kunnen ontlopen en zou nooit meer op vrije voeten komen, aldus de tendens in vrijwel alle media. Twitter ging helemaal los, Brad was een trending topic geworden. Toch verraadde het geheugen van Marvin, dat erg goed was, geen incidenten die wezen op een afwijking. Afgezien van het boek Metal Machine Killer, maar dat werd als fiction verkocht – natuurlijk. Bijna zestien jaar geleden was het verschenen en veroorzaakte het een publicitaire storm die sinds vele jaren al niet meer was voorgekomen. Minister van Cultuur moest zeggen dat hij het niet wilde verbieden – censuur was geen goed signaal. Brad beledigde niet God, maar zo ongeveer de complete mensheid en vierde zijn roem. Marvin ging op zijn rug liggen – Joanne liet haar boek zakken en keek opzij.

“Ik lig al een hele tijd te zoeken naar signalen – ik bedoel – zo dom ben ik nu ook weer niet – ooit moet je toch – op één of ander moment – iets zijn opgevallen.” Zijn stem klonk harder dan hij wilde.

“De kinderen liggen al wel te slapen,” zei ze.

“Sorry.”

“Het is verontrustend dat ook de politie zich kennelijk niet geroepen voelt om alle verdenkingen tegen te spreken – het ging om een vrouw die tegen haar wil werd vastgehouden, nu blijkt dat ze is gevlucht naar de buren, die hebben de politie gebeld. Bradley is aangehouden, er is een onderzoek begonnen in zijn huis.” Ze liet een korte pauze vallen. “Wat hebben ze in vredesnaam allemaal in zijn huis gevonden?”

“Dode mensen – lichamen.”

“En je hebt nooit iets gemerkt?”

“Nee.”

“Dat is toch vreemd?”

Wel herinnerde hij zich een gesprek dat ze ooit hebben gevoerd – Marvin en Brad – het ging over zijn boek. Het was toen al een bestseller. Ook begon het duidelijk te worden dat er geen tweede zou volgen.

“We hebben ooit gesproken over seriemoordenaars,” zei hij, “nou ja – hij sprak, ik luisterde alleen. Hij stelde een vraag. ‘Weet je hoe een seriemoordenaar zijn slachtoffer uitzoekt?’ Uiteraard moest ik het antwoord schuldig blijven. ‘Hij kijkt naar de manier waarop een vrouw beweegt, zoals ze loopt. Daar heb ik iets over gelezen. Ik moest het maar eens uitproberen. Misschien zag ik het dan.”

“En?”, vroeg Joanne.

“Nee. Geen flauw idee. Een oude vrouw die haar tas probeert te beschermen – ja – zoiets snap ik heel goed – maar dat andere – nee.”


Plaats een reactie