De wolken leken over te drijven zonder ook maar één druppeltje regen te laten vallen – de zon verdween achter stapelwolken die je alleen ‘s zomers zult zien. Er passeerde een jongen op een knetterende scooter – een pizzabezorger gekleed in shorts en T-shirt – alsof er nooit een bui zou kunnen vallen. Jonge vrouwen reden op fietsen met dezelfde zorgeloosheid. Ach, zo ging het al weken, zelfs maanden. Dreigende wolken rolden over elkaar heen, stapelden zich op – steeds verder omhoog, maar de regen, die verfrissing moest brengen, viel steeds ergens anders.
De zomer verliep in een traag tempo, er zou nooit een einde aan komen – het was warm en droog – soms koel en verfrissend. Om een uur of zes – ’s avonds – vielen er druppeltjes die schenen te vervliegen voordat ze de grond mochten raken. Zijn linkerbeen tintelde een beetje, maar alleen de buitenkant en zijn linkervoet, die ook deels verdoofd leek aan te voelen, terwijl er een tinteling over het midden van zijn voet ging – de hele dag al.
Vele fonteintjes vormden zich op straat – grote regendruppels spatten uiteen. Auto’s reden langzaam voorbij – jongens renden naar hun auto’s die glommen onder drijfnatte bomen. Er heeft daarbeneden een Chinees restaurant gezeten – gelukkig is de eigenaar failliet gegaan – zijn uitgedoofde reclame lag achter het gebouw op een hoopje – al een paar dagen – de nieuwe eigenaren zijn hard aan het werk – er komt een Thaise orchidee. Knetterende bliksems schoten door de lucht, gevolgd door zware rollende donders – een televisieprogramma werd onderbroken – het signaal was verloren gegaan in een elektrische atmosfeer – een paar mannen die spraken over wielrenners die hun gemak ervan namen in etappes waar geen eind aan scheen te komen en zich voortsleepten over Franse wegen – sprinters die geduldig de messen slepen. Televisie om vijf uur was vroeg genoeg.
Twee weken terug, eind juni, begonnen de veldjes in de straat weer groen te kleuren – de maand juli kwam eraan – vroeger spraken mensen dan over een ‘regenmaand’. Hij zag regelmatig mannen in de straat die het gras kwamen maaien alsof het groen versneld aan de oppervlakte gebracht moest worden.
Mensen maakten zich klaar voor vakantie, grote steden begonnen leeg te lopen, net als de onweerswolken die massa’s water uitstortten. Waarom kon er nou nooit eens voldoende vallen? Al konden er nooit genoeg mensen op vakantie gaan… Het was de mooiste tijd van het jaar om in een grote stad te wonen – al hoorde je wel mensen die Spaans, Frans, Chinees, Japans of Italiaans spraken – om dat te horen, ging hij naar het centrum. Als de toeristen weggingen, verschenen er ineens studenten, of beter gezegd: nuldejaars – het hoorde gewoon bij de zomer. Er klonken geen bliksems of donders meer – hij hoorde alleen het constante geruis van regen die eindeloos neerviel op straat.
De televisie stond uit – er klonk zachte muziek – buiten vielen er geen regendruppels door het schijnsel van de straatlantaarn – het was droog geworden – eventjes…
12 juli 2017 at 17:45
mooi verhaal, simpel eigelijk gebeurt er niets en toch gebeurt er heel veel.
LikeLike