De laatste echt warme dagen van het jaar

Een enkeling noemde het een onverwacht genoegen – eind augustus en alsnog een hittegolf – temperaturen van minimaal dertig graden – de zon brandde in je nek – lichaam voelde zweterig aan – elke beweging was al teveel, maar niemand had er nog echt op gerekend. Een zomer die leek te eindigen in aanhoudende regenbuien en windvlagen – .

Hij zat elke avond om negen uur op het balkon en volgde elke automobilist die langsreed, of zijn auto parkeerde, want hij woonde schuin boven een – gelegenheid – een  theehuis. Levens die zich achter een deels geblindeerde winkelruit afspeelden – maar er vond in ieder geval geen overlast plaats. Mannen kwamen, gingen, voerden enkele gesprekken op straat, stapten in auto’s en reden weg. Vroeger gebeurde er wel eens vreemde dingen – tegenwoordig was het bijna saai te noemen. Gelukkig sloot de laatste ondernemer zijn deur om twaalf uur ’s nachts. Business as usual.

Overdag werkte hij – zijn bureau stond in een portakabin, gelukkig voorzien van een airco, maar de zweetdruppels sijpelden evengoed over zijn rug.

Zomerse hitte drong diep door tot in de muren van de woningen, zodat zelfs het appartementengebouw last scheen te krijgen van de hitte. Schuin tegenover zijn woning stond een hoog flatgebouw dat tot midden augustus een welkome barrière vormde tegen een late avondzon. Eind augustus zakte diezelfde zon om kwart over acht weg achter de struiken op een plein voor zijn huis. Opnieuw werd er een tropische dag ten grave gedragen – zonder enige spijt trouwens. Vroeger had je zulke periodes natuurlijk ook – zomers en ook tropisch – hij herinnerde zich een zomer waarbij het gedurende enkele dagen helaas 36 en 37 graden was geweest – lang geleden. Het weer sloeg om – er volgde regen en onweer – een verademing na de laatste echt warme dagen van het jaar, maar ook nu zou het weinig anders zijn. Tegenwoordig mompelde er al snel wel een man of vrouw over klimaatverandering.

Lichtblauw veranderde langzaam in donkerder blauw, terwijl het naar oranje neigende zonlicht minder werd en tenslotte verdween. Straks kon hij de vliegtuigen zien passeren die van Schiphol waren opgestegen – sterren verschenen geleidelijk vanuit een eeuwig duistere wereld zonder dag of nacht, altijd badend in het licht van ontelbare sterren. Als een paradox. Dag zonder nacht; nacht zonder dag.

Een atmosfeer die steeds vroeger op de dag donker kleurde, waarbij de zon steeds sneller, bijna vermoeid na al het werk van de afgelopen zomer, achter de horizon verdween. Hij pakte het blikje bier dat naast hem stond en nam een slok. Er zou een regenachtige herfst volgen die vermoedelijk in het voorjaar, ergens eind april eindigde. Vandaag wilde hij daar niet aan te denken – vanavond niet – hij wilde nu eens genieten van de laatste echt warme dagen van de zomer, omdat de zomeravonden het heerlijkst zijn. Zomeravonden die hij zo veel mogelijk op zijn balkon zou doorbrengen  – de laatste echt  –  –  –


Plaats een reactie