Natuurlijk kan ik vertellen wie ik ben, wat voor werk ik doe en dat ik een relatie heb. Het doet er allemaal niet zo toe, want als je me echt een beetje zou kennen, dan weet je dat er voor mij maar één passie bestaat en dat is kunst.
Als jongen moest ik me zien te redden met zakgeld. Veel behoefte aan een eigen krantenwijkje had ik niet, dus je zou kunnen zeggen dat het om die reden mijn eigen schuld was dat ik altijd krap bij kas zat. Wel probeerde ik zoveel mogelijk boeken te lenen en te stelen. Ze gingen allemaal over één enkel onderwerp en dat is kunst.
Na mijn schooltijd ging ik geld verdienen. Salaris viel in het begin een beetje tegen. Ik moest de huur betalen en zo, boodschappen doen, nieuwe kleren kopen, maar het meeste geld besteedde ik aan het enige dat echt belangrijk is in mijn leven en dat is kunst.
Ik begon te verzamelen en dat kostte niet alleen veel geld, maar ook tijd. Schilderijtjes, beeldjes, alles. Het maakte me niet zoveel uit. Als ik het mooi vond, dan wilde ik het hebben. Ik begon een mooi huis te krijgen, een mooie verzameling – mìjn verzameling. Niemand mocht eraan twijfelen dat ik ongelofelijk veel van kunst hou.
Op een dag gebeurde er iets dat ik nooit voor mogelijk had gehouden. Nooit gedacht dat ik om een vrouw zou kunnen geven. Ik werd verliefd. Al vrij snel groeide er een probleem. Je begrijpt het al. Ik gaf te veel geld uit aan mijn verzameling. Dus stelde ze me voor de keuze. Het was een vreselijk dilemma. Want ik hou van mijn vriendin, dat doe ik echt, maar ik hou ook van kunst.
Ik heb een manier gevonden om mijn relatie te redden. Voor het eerst in mijn leven begin ik te begrijpen waar het in de kunst werkelijk om draait. Niet het kunstwerk. Dat is het niet. Alles begint en eindigt met de hand van de kunstenaar. Die is bepalend. Ik heb besloten om de hand van de kunstenaar te verzamelen, heb er nu al drie en ik ga ermee verder, want ik hou nu eenmaal van kunst.
(c) Jos Smies, 1985, 2015
Plaats een reactie